
Foto: Claire Felicie
Vespers
Als het duister begint in te vallen heeft de Kerk altijd de gewoonte gehad om samen te komen en God te danken voor het licht van de dag en om de werkdag af te sluiten.
De vespers zijn het getijdengebed voor de avond. Het hoogtepunt is de lofzang van Maria: het Magnificat, waarin de aanstaande moeder van Jezus als profetes aan het woord komt.
In het klooster bestaat het officie (getijdengebed) telkens uit enkele van de 150 psalmen, aangevuld met hymnen, kantieken en schriftlezingen. Over de hele wereld zijn de getijdengebeden van de dag en het uur gelijk. Overal bidden kloosterlingen in het Latijn of de eigen taal tegelijkertijd dezelfde gebeden.
Geïnspireerd op het jodendom heeft de Kerk van meet af aan de gewoonte gehad om de alledaagse beslommeringen te onderbreken voor persoonlijk of gemeenschappelijk gebed. In kloostergemeenschappen ontstond zo de reeks: metten, lauden, priem, terts, sext, none, vespers en completen.
Behalve de dagelijkse Mis vormen de vespers daarin de belangrijkste samenkomst voor een (klooster-)gemeenschap. De vespers zijn samen met het ochtendgebed (lauden) de grote schakelmomenten van de dag. Ze zijn als een christelijke evenknie van het joodse gebed Sjema Israël (Hoor Israël) en verwant met het morgen- en avondoffer.
© Hora Vespera